Wanneer je een wandelboekje koopt voor een trektocht, is dat vaak al ingedeeld in een aantal etappes. Of er worden suggesties voor een wandelschema gedaan. Soms heel fijn, maar om eerlijk te zijn heb ik nog geen enkele keer meegemaakt dat die indeling perfect voor mij werkte. Zelf deel ik liever mijn etappes zelf in – en in deze blog vertel ik je hoe ik dat doe.
Het eerste wat je moet doen, is inschatten hoeveel kilometer je op een dag loopt.
1 – Eigen tempo
Wanneer je een trektocht wilt lopen, is het belangrijk dat je jezelf goed kent. Hoeveel kun je aan? Passen de gesuggereerde etappes daarbij?
Het eerste waar je rekening mee moet houden is je eigen wandeltempo. Hoe snel wandel jij zonder backpack? En hoeveel met? Hoeveel uren kun jij achter elkaar doorstappen voordat je pauze nodig hebt? En hoeveel uren op een dag tot je lichaam zegt: “nu is het genoeg”? Je wilt natuurlijk de volgende dag ook nog leuk kunnen lopen.
2 – Je eigen niveau
Vaak gaan wandelboekjes ervan uit dat je een flinke conditie hebt, en dat merk je aan de lengtes van de etappes en de ingeschatte tijd. Lang niet iedereen heeft die, maar dat betekent niet dat je geen trektocht kunt maken! Het betekent vooral dat je meer pauzes moet nemen en een wandeling moet kiezen die aansluit bij wat je fysiek aankunt.
Ik ga er altijd van uit dat ik als Nederlander gewend aan vlakke terreinen, meer tijd nodig heb dan standaard wordt gegeven voor heuvelachtige terrein.
3 – Pauzetijd
Naast kale wandeltijd heb je natuurlijk ook pauzetijd nodig. De een meer dan de ander. Denk aan eet- en drinkpauzes, maar ook plaspauzes en fotografiestops. Voor de een duren die langer dan voor de ander.
Mijn dagafstanden
Om je een idee te geven: als je deze drie elementen bij elkaar neemt, zijn dit ongeveer de afstanden die ik in een dag afleg. Ik ben een kleine hobbit met korte beentjes en geen bovengemiddelde conditie ofzo:
Vlak terrein
Dagrugzak
25-30 km
(Op karakter ±40 maar niet van harte)
Vlak terrein
Backpack
20-25 km
Heuvelig terrein
Dagrugzak
20-25 km
Heuvelig terrein
Backpack
15-20 km
Dit zijn dus de afstanden waarmee ik reken. De kortste afstand reken ik als basis, de 5 “reserve” houd ik aan omdat je natuurlijk nooit exact daar een camping of hotel hebt.
4 – Overnachtingen
Wanneer je je dagafstand ongeveer helder hebt, kun je je etappes en overnachtingen plannen. Kampeer je, of slaap je op plekken waar al een bedje voor je gespreid staat? In sommige landen is kamperen gebruikelijker, op andere plekken kun je beter voor hotels, hostels en B&B’s kiezen.
Afhankelijk van het merk wandelboekje heb je hele goede suggesties (Trailblazer!) of juist bijna niks (Roots). Tip: ga in Google naar je geschatte eindpunt van die dag en zoek campings of hotels in de buurt.
5 – Boodschappen
Ook belangrijk: houd in de gaten waar je boodschappen kunt doen. Niet alleen supermarkten, maar ook tankstations. Sommige campings hebben ook een campingwinkel met vaak gasblikjes en instant maaltijden. (Wel duur though.) Dit goed uitzoeken scheelt een hoop extra sjouwen.
6 – Teken alles in op de kaart!
Teken alle belangrijke dingen zoals campings, supermarkten en horeca in op de kaart, voor zover dat nog niet gedaan is. Markeer waar je gaat slapen. Een wandelboekje is een gebruiksboek, geen leesboek 😉
Andere dingen die je kunt intekenen: openbare wc’s, oplaadpunten voor ebikes (ook chill voor je telefoon), watertaps.
In onze West Highland Way Trailblazergids heb ik de route met de ene kleur stift overgetrokken, en belangrijke punten met een andere kleur gemarkeerd. Superfijn!