Pfoei, het is al een tijdje geleden (precies tijdens mijn blogpauze), maar zo heeft het even goed kunnen bezinken. Ik heb de Nijmeegse Vierdaagse gelopen! En nog beter: ik heb hem uitgelopen! (Maar vraag me niet hoe…) Ik ging compleet blanco de hele ervaring in (nog nooit op TV gekeken, nog nooit naar Vierdaagsefeesten geweest) en in deze blogpost vertel ik je alles over mijn ervaring en wat niemand je van tevoren vertelt.
1 – De sfeer is onbeschrijfelijk fantastisch
Ik had geen idee wat ik hier kon verwachten. Ik dacht dat iedereen gewoon zou lopen en dat dat het zou zijn. Niks was minder waar.
‘s Ochtends word je uitgezwaaid door dronken studenten die de voorgaande nacht gefeest hebben, langs de route zitten mensen met stoeltjes voor hun auto of caravan om je aan te moedigen, hele dorpen lopen uit om de wandelaars aan te moedigen, kinderen staan langs de rand om je te high-fiven… Echt overweldigend.
Overal langs de route wordt muziek gedraaid of is er zelfs een podium met live muziek, en de laatste kilometers wordt je zo hard aangemoedigd dat het allemaal voelt alsof het voor jou alleen is. Fittere wandelaars die zien dat je het moeilijk hebt met de laatste kilometers geven je een peptalk of lopen een eindje samen met je. Ontzettend hartverwarmend en oppeppend, zoveel liefde tijdens de Nijmeegse Vierdaagse!
2 – Het is wonderbaarlijk hoe snel je lichaam in 1 nacht kan herstellen
Misschien lag het eraan dat ik niet heel erg veel getraind had, maar aan het eind van zo’n dag, wanneer je er 40 km op hebt zitten, ben je compleet gesloopt. Je voeten doen pijn, je bent doodmoe, en je vraagt je serieus af of je de volgende ochtend nog uit bed kunt komen.
Verrassend genoeg was ik iedere volgende dag bijna 100% hersteld en kon ik gewoon lekker lopen. Iedere ochtend stond ik weer versteld van hoe snel dat ging!
3 – Voetverzorging is key
Af en toe zag ik mensen waarvan ik bij mezelf dacht “jij had echt allang moeten stoppen”. Mensen met bebloede sokken, een jongen die na 2 dagen al op zijn slippers liep en meer pleisters en blaren had dan voeten… Aiaiai.
Voor mij was voetverzorging de nummer 1 prioriteit wanneer ik pauze hield. Schoenen en sokken uit, blaarcontrole, hotspots afplakken met tape en zweetvoeten voorkomen door veel talkpoeder te smeren en om de paar uur sokken te verwisselen.
Resultaat: pas op de 4e dag mijn eerste blaar, en omdat ik zelf een prikset had meegenomen, hoefde ik geen uren te verspillen bij een prikpost. Met een paar minuutjes liep ik alweer verder!
4 – Eigenlijk hoef je geen snackies mee te nemen
Ik had netjes voor iedere dag een pakketje met lunch (Globetrotter Fruitkeks), snackies en energierepen gemaakt, maar uiteindelijk heb ik de helft thuis weer kunnen opbergen in de bak met hiking snacks!
Je komt echt niks tekort tijdens de Nijmeegse Vierdaagse: aan de ene kant zijn er officiële verkooppunten waar je koffie/thee/broodjes/soep/bananen etc kunt kopen. Aan de andere kant, en dat vond ik echt waanzinnig gaaf, hebben bijna alle toeschouwers langs de route iets meegenomen voor de wandelaars: zoutjes, snoepjes, komkommertjes, noem maar op. Echt zo lief! Toen ik dat zag, snapte ik helemaal waarom de meeste mensen met zo’n klein heuptasje lopen. Op de derde dag waren er zelfs mensen die voor hun huis pannenkoeken stonden te bakken, best thing ever!
Naast snackies stellen sommige mensen hun wc beschikbaar voor de wandelaars (er zijn maar een paar wc-punten langs de route, en natuurlijk moet je precies plassen wanneer je midden tussen 2 van die punten in zit) of je kunt je flesje bijvullen of je pet natmaken onder hun tuinslang. Echt amazing hoeveel hart al die mensen langs de route hebben voor de wandelaars!

5 – Iedereen juicht voor jou
Ik heb het al even genoemd, maar af en toe voelt het alsof al die mensen langs de kant er speciaal voor jou staan. Wanneer je het de laatste kilometers moeilijk hebt, schreeuwen zij je stap voor stap verder, lopen ze met je mee, geven ze je peptalks. Het lijkt alsof de rest van de wereld niet meer bestaat – zo’n waanzinnig gevoel is dat! Ondanks de pijn in je voeten en de vermoeidheid blijf je doorlopen, de ene voet voor de andere, puur omdat je zoveel energie krijgt van die juichende mensenmenigte.
Ik heb ook meerdere malen gezien, toen ik zat uit te rusten op de wedren, hoe om 5 uur de laatste mensen binnengebracht werden: mensen die net op tijd onder de finishpoort doorliepen, ondersteund door andere wandelaars een sprintje trekken naar de afstempelpost die op het punt staat om te sluiten, en onder luid applaus van alle aanwezigen hun startbewijs voor de volgende dag krijgen 🙂 Gekkenwerk, maar zo fantastisch!
Tip: als je slecht tegen herrie kunt (zoals ik) dan zijn oordopjes een must. Zeker de laatste kilometers is het lawaai enorm (ook de DJ’s draaien een stuk harder). Laat je niet tegenhouden hierdoor, draag oordopjes en geniet ervan. Gedempte herrie, maar geen gedempte sfeer!
6 – De mentale challenge is groter dan de fysieke
Toen ik na mijn laatste dag zat bij te komen (en te genieten van mijn medaille en een lichtelijk lauw geworden met daarom niet minder lekkere Grolsch 0.0), zat er een marinier vlakbij ons die vroeg of we het alledrie gehaald hadden.
Nee, Lydia en Paul hadden geen medaille, zij hadden slechts de laatste 15 en 10 kilometer met mij mee gelopen. Me huilend van de pijn over de wedren gesleurd om op tijd binnen te zijn. “Dus je hebt de hele tocht in je eentje gelopen?” “Ja, de eerste 3 dagen heb ik alles alleen gelopen.”
De marinier, die net zelf zijn 8e kruisje had gescoord, complimenteerde me met mijn enorme prestatie, zei dat hij er ontzettend veel respect voor had. Solo lopen, je eerste Vierdaagse zelfs solo lopen, is zoveel zwaarder dan wanneer je een maatje hebt om je overal doorheen te slepen. Het is een enorme challenge om ondanks alle pijn tóch op eigen kracht door te lopen.
Ik zat er zelf nogal verdwaasd bij – het was nog niet helemaal bij mij geland dat ik daadwerkelijk de Vierdaagse had uitgelopen – maar achteraf gezien ben ik ongelofelijk trots op mezelf dat ik dit geflikt heb.
7 – Je zweert het nooit weer te doen, maar na afloop maak je toch al plannen voor je volgende inschrijving
Of je nou uitgebreid hebt getraind of wat minder, feit blijft dat je 160 kilometer loopt in slechts vier dagen, met ook nog een tijdslimiet per dag. Doorlopen dus! Uiteindelijk zul je in meer of mindere mate pijn krijgen in spieren, gewrichten en pezen, blaren lopen of simpelweg uitgeput raken.
Afgezien van een paar lijpo’s die zo fris als een hoentje die finish over leken te komen (HOE DAN?!), loopt iedereen redelijk tegen zijn grens aan (of eroverheen) en gaat iedereen tot het gaatje. Je hebt je verdikkie ingeschreven, dan ga je die medaille toch ook binnenhalen?!
Aan het eind van iedere dag vervloek je jezelf dat je je hebt ingeschreven en dat het gekkenwerk is om dit te doen. Maar als je dan op de wedren zit met je medaille, omringd door al die andere mensen die compleet afgestorven zijn maar óók zo’n medaille hebben, en iemand vraagt je of je volgend jaar weer meedoet, kun je maar één ding zeggen: JA! Volgend jaar ben ik er weer bij!
(En als je dan probeert op te staan om naar huis te gaan, heb je ultiem spijt van die toezegging. Maar wanneer de pijn na een paar dagen is weggetrokken, de blaren zijn ingedroogd en je weer een beetje op aarde geland bent, dan kijk je toch stiekem alvast op de website om de volgende editie in je agenda te zetten…)