12 manieren om duurzamer te leven met een uitkering

Als wannabe-Hobbit probeer ik duurzamer en meer in touch met de natuur te leven. En dan echt niet op een geitenwollensokken-boomknuffelaar-manier hoor. Ik draag ook gewoon spijkerbroeken en ik eet chocoladecroissants en ik koop het grootste deel van mijn eten gewoon in de supermarkt. Zelfs met weinig geld lukt het me om duurzaam te leven. Hoe doe je dat eigenlijk, als je moet rondkomen van een uitkering of minimumloon?

En laten we eerlijk zijn: een duurzame lifestyle is een fantastisch ideaal. Maar in werkelijkheid kun je natuurlijk niet van de ene op de andere dag 100% duurzaam gaan leven. Duurzaam leven heeft toch ook nog het etiketje “duur”. En dan snap ik wel. We zijn gewend geraakt aan niet-eerlijke lage prijzen, waar wij als eindgebruiker van profiteren, maar ergens in de keten wordt de prijs betaald door het milieu of door mensen ver weg die we toch niet kennen. Duurzame merken werken niet zo, en dat vraagt van de eindgebruiker om een grotere portemonnee.

Duurzaam leven is niet voor degene die weinig geld heeft, op studiefinanciering teert of het van een uitkering moet hebben.

Toch?

Ik zal je een geheimpje vertellen: ik leef technisch gezien ook van een uitkering. Als startende ondernemer wordt hier in Twente de eerste 3 jaar mijn winst aangevuld tot minimumloon, als steuntje in de rug bij de startup. En ik doe mijn uiterste best om toch ook zo duurzaam mogelijk te leven. Want ook met weinig geld kan dat heel goed!

1 – Doe je boodschappen bij de Lidl

Vroeger (okee, nog niet zo heel lang geleden) deed ik mijn boodschappen bij de Albert Heijn of bij de Jumbo. Lekker groot assortiment, lekker veel keuze. Maar wist je dat de Lidl voorop loopt qua duurzaamheid? Omdat ze een veel kleiner assortiment hebben, kunnen ze veel makkelijker selecteren op enkel duurzame producenten. Dit artikel van Trouw vertelt het complete verhaal.

Meer tips voor duurzaam boodschappen doen vind je op IkEetPlantjes.nl

2 – Koop alleen nieuwe kleren als je ze nodig hebt

Constant met de nieuwste mode meelopen kun je nou niet bepaald duurzaam noemen. Er zitten ontzettend veel grondstoffen, energie en water in al die nieuwe kleren. Tegenwoordig koop ik alleen nog kleding als ik écht kleding nodig heb. En dat betekent echt niet dat ik alleen een nieuwe broek koop wanneer ik door al mijn broeken heen gesleten ben (wat overigens wel gebeurd is deze winter). Ik koop ook een nieuw jurkje voor een feest of evenement wanneer ik daadwerkelijk niks passends heb voor de gelegenheid.

3 – Wees zuinig op je kleding

Ook al koop je nog steeds bij de H&M of Primark omdat dat veel goedkoper is dan de merken met een duurzaamheidslabeltje, alle kleren kun je verduurzamen door ze vaak te dragen en er goed voor te zorgen. Wanneer je een paar jaar veel plezier hebt gehad van een goedkoop shirtje, ben je in mijn ogen duurzamer bezig dan wanneer je ieder seizoen de nieuwste kleding van “verantwoord” merk X koopt.

4 – Koop en verkoop tweedehands

Op vakantie in Engeland vind ik het altijd heerlijk om door de charity shops te sneupen naar nieuwe kleren of boeken. In Nederland heb ik dat veel minder, beetje gek eigenlijk. Misschien heeft het ermee te maken dat je hier best hard moet zoeken naar tweedehands winkels, en ze niet altijd de ruime openingstijden van reguliere winkels hebben.

Andersom die ik wel vaak: wanneer ik bij de lenteschoonmaak (ja, ik krijg echt schoonmaakwoede in de lente) mijn boekenkast of kledingkast uitmest, breng ik dat naar Handje Twee in het centrum van Enschede, of zet ik het te koop op Facebook, Marktplaats of Bol.com.

5 – Teel je eigen groenten

Daar hoef je trouwens echt geen grote lappen grond voor te bezitten en uren vrije tijd voor te hebben. Zelf heb ik nu een stuk op 10 emmers met groenten, allemaal fijn meeverhuisd van het balkon naar de ieniemienie binnenplaats. Ook al kun je er maar een paar keer van eten, het is een heel klein stapje naar biologisch eten (als je er geen gif op spuit, that is).

6 – Eet zoveel mogelijk groenten die in het seizoen zijn

En dat geldt natuurlijk ook voor fruit. Als iets niet in het seizoen is, wordt het óf van ver ingevlogen, óf in verwarmde kassen geteeld (wat natuurlijk bakken vol energie kost).

7 – Let op de herkomst van je voedsel

Laatst had ik zin in een lekker bakje fruit, toen ik op de route van zangles naar huis langs de Appie fietste. Maar toen ik in het schap de frambozen en bosbessen uit Marokko en Israel zag liggen, koos ik uiteindelijk toch maar voor een simpele appel. Groenten en fruit van ver importeren is nou niet bepaald duurzaam. En de importkosten maken de boel ook duur…

In de ideale situatie eet je natuurlijk enkel Nederlandse producten: zelf geteeld of van een lokale boerderij. De zorgboerderij hier in de buurt heeft bijvoorbeeld een moestuin! Of ga eens naar een streekmarkt. Natuurlijk is dit niet voor iedereen 100% haalbaar (ook voor mij niet), dus kun je in de supermarkt letten op waar je eten vandaan komt: Nederland, of een van de buurlanden, misschien Frankrijk nog.

En ja, ik realiseerde me dat ik dan ook misschien wat minder banaantjes moet gaan eten.

8 – Maak schoon met eenvoudige middeltjes van vroeger

Tegenwoordig heb je voor elk soort vlek wel een ander schoonmaakmiddel. Resultaat is dat je een shitload aan flessen allesreiniger, overreiniger, wasmiddel, vlekverwijderaar, vloerreiniger, tegelreiniger en god knows what in je kast hebt staan. Maar je oma kreeg vroeger toch ook alles prima schoon? En dat zonder twintig verschillende producten Mr Muscle of Cillit Bang!

We trappen allemaal in de marketingtruc die inspeelt op onze gemakzucht: voor ieder schoonmaakklusje een middel dat je er simpelweg op spuit en even later wegveegt. Maar 20 flessen in de kast waarvan je er sommigen maar 1x per jaar gebruikt, is duur, niet milieuvriendelijk (zoveel verpakking en verspilling), en het neemt ook nog eens verschrikkelijk veel ruimte in.

Zelf kies ik er tegenwoordig steeds vaker voor om ouderwetse middeltjes te gebruiken, en die werken vaak net zo goed. Mijn favorieten zijn groene zeep en baking soda. Azijn moet ik nog een beetje aan wennen – in die gevallen gebruik ik nog wél een flesje allesreiniger.

9 – Ga eenvoudig en zonder auto op vakantie

Natuurlijk wil je graag wat van de wereld zien. En natuurlijk weet je dat vliegtuigen en treinen ook niet milieuvriendelijk zijn. Maar ook je vakantie kan duurzamer! Boek geen hotel, maar ga kamperen. Neem niet de auto, maar pak het OV. Of ga voor een wandel- of fietsvakantie! Sowieso zijn die laatste twee ontzettend budgetvriendelijk, en het is heerlijk om op die manier van de natuur te genieten.

10 – Stop met roken

Hier kan ik kort over zijn: het is slecht voor je, het stinkt afgrijselijk, en sinds wanneer is het normaal geworden dat iedereen zijn peuken maar overal neerflikkert? Het is duur en allesbehalve duurzaam.

11 – Ga kleiner wonen

Okee, een verhuizing kost misschien wat. Je moet een verhuisbedrijf betalen, of op zijn minst een flinke aanhanger huren. En als je pech hebt, betaal je een maand dubbele huur. Maar wanneer je kleiner gaat wonen, krijg je er een hoop voor terug: lagere huur, minder stookkosten, en je gaat bewuster om met de ruimte die je hebt, ofwel: je koopt minder troep die je niet nodig hebt. En minder spullen kopen is ook een vorm van duurzaamheid.

Het werd mij afgelopen week ook pijnlijk duidelijk: ik heb teveel hobbies en daardoor teveel spullen. Hoog tijd om dingen op te maken en drastisch te minderen.

12 – Eet wat vaker vegetarisch

Om vlees te produceren, heb je echt belachelijk veel hectares mais/sojabonen/whatever nodig en net zo’n belachelijke hoeveelheid water. Miet heel milieuvriendelijk, zeker als je bedenkt dat je op bovengenoemde hectares land voor een behoorlijke hoeveelheid mensen eiwitrijk voedsel kunt telen.

Maar aan de andere kant: vlees is de makkelijkste bron van eiwitten, en de belangrijkste bron van onder andere vitamine B12. We hebben vlees nodig, maar we eten er tegenwoordig veel te veel van. Je hoeft echt niet per direct vegetariër te worden. Ben ik ook niet. Probeer eens een paar dagen in de week vegetarisch te eten. En je hoeft dan echt niet moeilijk te doen met allerlei exotische producten. Een eitje koken of meer peulvruchten gebruiken werkt ook.